Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij zullen dan dragen de gordijnen des tabernakels, en de [35]tent der samenkomst; [teweten] haar deksel, en het [36]dassendeksel, dat er bovenop is, en het [37]deksel der deur van de tent der samenkomst, 35. Versta, de gordijnen, die van geitenhaar gemaakt waren en de gehele tent bedekten. Want haar berderen en pilaren, enz. moesten de Merarieten dragen, onder, vs.31. 36. Hebreeuws, het deksel van den das; dat is, der dassenvellen. 37. Versta, het tapijt of behangsel, hetwelk hing aan de deur des tabernakels, tussen den voorhof en het heilige.